Om te voorkomen dat windmolens geluidsoverlast veroorzaken voor de omwonenden, zijn er regels opgesteld. Er zijn wettelijke grenswaarden vastgesteld voor de hoeveelheid geluid die een windmolen of windmolenpark mag produceren bij een woning of in een woongebied. Deze grenswaarden worden bepaald in het VLAREM, het Vlaams Reglement op de Milieuvergunning. De grenswaarden in Vlaanderen behoren tot de strengste ter wereld en voldoen ruimschoots aan de richtlijnen van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO).

Overdag gelden andere normen dan ’s nachts, en er zijn ook verschillende normen voor woongebieden, industriële gebieden en andere gebieden. Huizen in woongebieden of landelijke gebieden hebben de strengste grenswaarde van 44 dB(A) overdag en 39 dB(A) tijdens de avond- en nachtperiode. Voor agrarisch gebied geldt een grenswaarde van 48 dB(A) overdag en 43 dB(A) tijdens de avond- en nachtperiode. Het is belangrijk op te merken dat deze waarden worden gemeten aan de buitenkant van de gevel. De geluidswaarden binnen zullen uiteraard lager zijn.

dB(A) of decibel is een technische schaal die moeilijk te interpreteren is. Daarom kan je het vergelijken met geluiden die je kent. De norm van 39 dB(A) komt bijvoorbeeld overeen met het zachte gezoem van een koelkast die buiten aan je gevel staat.

Bij de ontwikkeling van een windenergieproject is het wettelijk verplicht om een akoestisch onderzoek uit te voeren om aan te tonen dat de geluidsnormen worden nageleefd. Het onderzoek houdt rekening met de meest ongunstige omstandigheden, waarbij wordt aangenomen dat het geluid van de windmolens maximaal is, dus bij hoge windsnelheden, en dat de wind altijd vanuit de richting van de windmolens naar de woningen waait.

Indien nodig zal de windmolen tijdens de avond- en nachtperiode langzamer en dus stiller draaien.